Statuten
Statuten

Statuten en Huishoudelijk Reglement
van
Studievereniging A–Eskwadraat


Opgesteld door de StatutenwijzigingsCommissie:
Fieke Dekkers
Tejo Fokkinga
Marco Kouwenhoven
Roelof Ruules

Mei 2016
Inclusief wijzigingen AV 14 september 1999, 13 september 2006, 29 mei 2016.

Toelichting

Deze Statuten en Huishoudelijk Reglement werden aanvaard door de Algemene Vergadering van 12 september 1996. De notariële akte werd ondertekend op 25 oktober 1996.

Deze versie is voorzien van enige toelichtingen op artikelen die mogelijk onduidelijk zijn. Dit commentaar is weergegeven in een ander lettertype om het te onderscheiden van de eigenlijke tekst.

Een html-versie van deze tekst is te vinden op http://www.A-Eskwadraat.nl/Vereniging/Achtergrond/Statuten.
Een pdf-versie is te vinden op http://www.A-Eskwadraat.nl/Vereniging/Achtergrond/statuten.pdf

Op de AV van 14 september 1999 werd artikel 7 in het HR toegevoegd en de naamgeving van het instituut voor Geofysica (voorheen vakgroep) aangepast.

Op de AV van 13 september 2006 werden diverse wijzigingen in het HR gemaakt, waaronder opname van de nieuwe departementen, het regelen van boekverkoop aan niet-leden en het verduidelijken van enkele bepalingen.

Op de AV van 26 mei 2016 werd het kopje 'kandidaatsbesturen' in het HR toegevoegd.


Statuten

Naam en Zetel

Artikel 1

De vereniging draagt de naam: `Studievereniging A–Eskwadraat'. De vereniging heeft haar zetel te Utrecht.

Doel

Artikel 2

De vereniging heeft ten doel:
  1. het behartigen van de belangen van haar leden;
    Let op: het gaat hier om de belangen van de leden; het kopen van een huis voor één lid is zeker niet in het belang van alle andere leden.
  2. het stimuleren van het contact tussen haar leden;
  3. het organiseren van activiteiten in het kader van die studierichtingen genoemd in artikel 4.1.

Artikel 3

Het boekjaar of verenigingsjaar loopt van één augustus tot en met één en dertig juli van het daaropvolgende jaar.
`Boekjaar' en `Verenigingsjaar' zijn juridisch gezien gelijke begrippen, vandaar het woordje `of'.

Lidmaatschap

Artikel 4

  1. Leden van de vereniging kunnen zijn zij die aan de Universiteit Utrecht Natuurkunde, Sterrenkunde, Wiskunde, Informatica of Geofysica studeren, danwel één der studierichtingen zoals gespecificeerd in het Huishoudelijk Reglement, en als lid zijn toegelaten overeenkomstig artikel 5.
    Er wordt hier niet verwezen naar de Faculteiten, omdat die in de toekomst nog wel eens van naam zouden kunnen veranderen. Dat de studierichtingen blijven bestaan is wat waarschijnlijker.
  2. Leden kunnen tevens zijn overige natuurlijke personen die zijn toegelaten volgens artikel 5.
  3. Ereleden zijn zij die wegens hun bijzondere verdiensten jegens de vereniging daartoe zijn benoemd door de Algemene Vergadering op voorstel van het bestuur. Tevens kunnen ook niet-leden wegens hun bijzondere verdiensten jegens de vereniging tot erelid worden benoemd.
  4. Leden van verdienste zijn zij die wegens hun bijzondere verdiensten jegens de vereniging daartoe zijn benoemd door de Algemene Vergadering op voorstel van het bestuur.
    Toen er door de Algemene Vergadering van december 2005 werd ingestemd met de benoeming van de eerste twee ereleden van de vereniging, bleek dat de term 'erelid' niet werd ervaren als overtreffende trap van 'lid van verdienste'. Duidelijk werd dat ereleden niet benoemd hoeven te worden om hun verdiensten jegens de vereniging, zoals artikel 4.3 aangeeft, maar dat ook verdiensten jegens de maatschappij in het algemeen kunnen worden meegewogen.
  5. Ereleden en leden van verdienste hebben dezelfde rechten en plichten als leden van de vereniging, tenzij anders vermeld is in de Statuten of het Huishoudelijk Reglement.
  6. Donateurs zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen met een door de Algemene Vergadering vast te stellen minimum bijdrage.

Artikel 5

  1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden.
  2. Indien het bestuur besluit tot niet-toelating, kan hiertegen binnen een maand beroep worden aangetekend bij de Algemene Vergadering.
    Het is te doen gebruikelijk dat niet de AV stappen onderneemt, maar de persoon in kwestie dat zelf moet doen.

Schorsing Leden

Artikel 6

  1. Het bestuur kan een lid voor een bepaalde periode schorsen, wanneer dit lid in strijd met de belangen van de vereniging heeft gehandeld. Dit lid wordt hiervan ten spoedigste en met opgave van redenen schriftelijk op de hoogte gesteld.
  2. Een lid dat op grond van het voorgaande lid geschorst is, kan binnen één maand na ontvangst van kennisgeving beroep tegen zijn schorsing aantekenen bij de Algemene Vergadering. Het bestuur dient dan binnen vier weken een Algemene Vergadering bijeen te roepen. Hangende het beroep blijft het lid geschorst.
  3. Een geschorst lid is uitgesloten van alle activiteiten van de vereniging.

Einde Lidmaatschap

Artikel 7

  1. Het lidmaatschap eindigt:
    1. door de dood van het lid;
    2. door opzegging door het lid;
    3. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
    4. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
  3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegste toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
  5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
    Oftewel, in gewoon Nederlands: je kunt je niet onttrekken aan nog openstaande financiële verplichtingen door je lidmaatschap op te zeggen.
  6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de Algemene Vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

Contributie

Artikel 8

  1. De leden zijn verplicht jaarlijks een door de Algemene Vergadering vastgestelde contributie te betalen.
  2. Ereleden en leden van verdienste zijn vrijgesteld van het betalen van contributie.
  3. Indien het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar aanvangt of eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist.
    Iemand die in november lid wordt, is verplicht contributie te betalen alsof hij vanaf augustus lid is. Dat geldt dus ook voor iemand die in mei lid wordt, maar het bestuur kan in zo'n geval een aangepaste contributie vragen.

Bestuur

Artikel 9

  1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit ten minste drie bestuursleden, en eventueel voor hen aangewezen plaatsvervangers.
  2. Het bestuur wordt benoemd uit de leden door de Algemene Vergadering. De benoeming van een bestuurslid geschiedt voor een tijdvak van een jaar, tenzij de Algemene Vergadering anders beslist. Een aftredend bestuurslid is eenmaal terstond herkiesbaar.
    De definitie van een jaar is in juridische kringen wat minder exact dan in de natuurwetenschap. Een jaar is niet exact gelijk aan `365,24... dagen'; een bestuurslid kan dus best elf of dertien maanden zitting hebben zonder dit artikel te schenden. Een bestuurslid dat niet kan worden gedechargeerd vanwege afkeuring van de afrekening (artikel 13.5) overschrijdt uiteraard ook de termijn, maar ook dat is geen probleem. Een bestuurslid kan na een jaar zitting worden herkozen, maar na dat tweede zittingsjaar moet hij vertrekken. Eventueel kan hij op een later tijdstip opnieuw gekozen worden.
  3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 5. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht door het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet ten minste 48 uur vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
    De termijn van 48 uur is bedoeld om het bestuur de gelegenheid te geven adequaat te reageren op een `tegenbestuur'.
  4. Een bindende voordracht kan zowel betrekking hebben op een voltallig bestuur als op een enkele persoon.
  5. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene Vergadering, genomen in een vergadering waarin ten minste twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
    Een voordracht kan ook worden ingetrokken door de indiener(s) voordat de stemming heeft plaatsgevonden.
  6. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de Algemene Vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de gemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de Algemene Vergadering vrij in de keus.
  7. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
    Wat nu als er zowel een groep als één persoon wordt voorgedragen? Bijvoorbeeld: iemand stelt zich verkiesbaar als voorzitter. Dan moet er worden gestemd over het voltallige bestuur, en apart over wie de voorzitter wordt: degeen uit de groep of het individu.
    Overigens zal er per geval moeten worden gekeken wat er precies gebeurt; het kan dus best, met goedvinden van de AV, op een heel andere manier worden opgelost.
  8. De wijze van aftreding der bestuursleden en de verdeling der functies in het bestuur worden geregeld bij Huishoudelijk Reglement.
    Deze juridische formulering moet worden gelezen als `als er al iets geregeld moet worden, dan moet dat geregeld worden in het HR'.
  9. Indien het aantal bestuursleden beneden de drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.

Schorsing en Einde Bestuurslidmaatschap

Artikel 10

  1. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  2. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
    1. door het verlopen van de aanstellingstermijn;
    2. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
    3. door bedanken.
      Nota bene: bedanken kan geen vrijbrief zijn om `zo maar' op te stappen! Een bestuurslid, bijvoorbeeld een penningmeester, heeft wettelijke verplichtingen jegens de vereniging, en kan dus niet bedanken omdat hij geen zin heeft een afrekening te maken.

Dagelijks Bestuur en Vertegenwoordiging

Artikel 11

  1. De voorzitter, secretaris en penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur.
  2. De vereniging wordt vertegenwoordigd door het voltallige bestuur dan wel twee gezamenlijk handelende leden van het dagelijks bestuur of hun plaatsvervangers.

Artikel 12

Het bestuur is, mits met toestemming van de Algemene Vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijke medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor de schuld van een derde verbindt.

Jaarverslag en Rekening en Verantwoording

Artikel 13

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
    Dus niet alleen aan het einde van het jaar, vlak voor de kascontrole! En omdat de vermogenstoestand ook gaat over de financiën van de afzonderlijke commissies, zijn ook die dus in principe verplicht hun zaakjes te allen tijde in orde te hebben.
  2. Het bestuur brengt in een Algemene Vergadering te houden binnen zes maanden na afloop van een verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in dat jaar gevoerd bestuur. Deze vergadering wordt de Jaarvergadering genoemd.
  3. De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks uit haar leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie, genaamd Kascommissie, onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de Algemene Vergadering verslag van haar bevindingen uit.
  4. De opdracht van de Kascommissie kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden herroepen, mits gelijktijdig een andere Kascommissie wordt benoemd.
  5. Goedkeuring van de rekening en verantwoording door de Algemene Vergadering kan pas plaatsvinden nadat de Kascommissie verslag van haar bevindingen heeft uitgebracht. Goedkeuring van de rekening en verantwoording door de Algemene Vergadering strekt tot décharge van het bestuur, voor zover een en ander uit de stukken blijkt.
    Het kascommissie-verslag is echt verplicht; en zonder goedkeuring van dat verslag géén decharge! De laatste bijzin is toegevoegd om fraude-gevallen te onderscheppen: wanneer achteraf wordt vastgesteld dat er toch iets niet klopt kan dat nooit worden weggepraat met de mededeling dat de AV de zaak indertijd heeft goedgekeurd.
    Een speciaal geval: als een bestuur niet wordt gedéchargeerd vanwege een onvoldoende kascontrole, dan kan toch een nieuw bestuur worden benoemd. In de juridische praktijk heeft dit nieuwe bestuur de feitelijke bestuursmacht. Dat een bestuur langer aanblijft wegens gebrek aan décharge is ook niet in strijd met de vastgelegde bestuurstermijn.
  6. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 1 en 2 tien jaar te bewaren.

Algemene Vergadering

Artikel 14

  1. Het bestuur roept de Algemene Vergadering bijeen, wanneer het dit wenselijk oordeelt of wanneer het daartoe volgens de wet of de Statuten verplicht is.
  2. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden, dan wel via een medium dat door de Universiteit Utrecht wordt gebruikt voor officiële mededelingen aan de studenten en dat algemeen beschikbaar is voor de leden, en op een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en de dag van vergadering niet meegerekend.
    Het `medium' is met opzet wat omslachtig definieerd. Nu (1996) is dat medium het U-blad, maar in de toekomst kan het ook e-mail of het Web zijn.
  3. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste tien stemgerechtigde leden of, indien dit neerkomt op minder leden, tien procent (10%) van de leden, verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de Algemene Vergadering bijeenroept of bij advertentie in ten minste één landelijk dagblad.
  4. In de vergadering bedoeld in artikel 13 lid 2 komen mede aan de orde:
    1. de voorziening in vacatures;
    2. de benoeming van de leden van de in artikel 13 lid 3 genoemde Kascommissie;
    3. de vaststelling van de jaarlijkse contributie.

Artikel 15

  1. De Algemene Vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Bij beider ontstentenis of belet treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
  2. Het ter Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  3. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in lid 2 bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van die oorspronkelijke stemming.
    Voorbeelden: (1) De AV heeft mondeling ingestemd met een zeker voorstel; de voorzitter zegt `het besluit is genomen'; daarop tekent iemand uit de zaal protest aan; als de meerderheid van de AV dat verlangt, moet er opnieuw worden gestemd. (2) Het bestuur heeft een nieuw bestuur voorgedragen en er zijn geen andere voordrachten; de voorzitter zegt `ik stel voor dit bestuur bij hamerslag te installeren'; er is op dat moment geen protest en dus zegt de voorzitter `het besluit is genomen'; daarop tekent iemand uit de zaal protest aan; omdat de oorspronkelijke `stemming' niet hoofdelijk of schriftelijk was, kan nu die ene persoon verlangen dat er een stemming plaatsvindt.

Artikel 16

Van een vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die in dezelfde vergadering dan wel in een volgende Algemene Vergadering worden vastgesteld.

Artikel 17

  1. Alle leden, voorzover niet geschorst, hebben toegang tot de Algemene Vergadering en hebben daarin ieder één stem.
  2. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen.

Besluitvorming

Artikel 18

  1. Voorzover de Statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de organen van de vereniging genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
  2. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, over personen schriftelijk, tenzij de voorzitter zonder tegenspraak uit de vergadering een andere wijze van stemmen bepaalt of toelaat.
    De AV kan dus altijd eisen dat er over personen schriftelijk wordt gestemd.
    1. Onder keuzemogelijkheid wordt verstaan een persoon of groep van personen die voor een stemming kandidaat staat.
    2. Indien bij een stemming over personen bij de eerste stemming geen de keuzemogelijkheden de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden.
    3. Verkrijgt bij de tweede stemming eveneens geen der keuzemogelijkheden de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen, dan vindt een herstemming plaats tussen de keuzemogelijkheid met het hoogste aantal stemmen en de keuzemogelijkheid met het op één na hoogste aantal stemmen, tenzij sprake is van één van de volgende gevallen:
      1. zijn er meerdere keuzemogelijkheden die gelijkelijk het hoogste aantal stemmen hebben gehaald, dan vindt de herstemming plaats tussen deze keuzemogelijkheden;
      2. zijn er meerdere keuzemogelijkheden die gelijkelijk het op één na hoogste aantal stemmen hebben gehaald, dan vindt eerst een tussenstemming plaats om uit te maken wie van deze groep de kandidaat wordt voor de herstemming.
    4. Zowel bij de tussenstemming als bij de herstemming(en) is die keuzemogelijkheid gekozen die het hoogste aantal van de geldige uitgebrachte stemmen heeft verkregen. Staken bij deze stemmingen de stemmen, dan beslist het lot.
  3. Indien de stemmen staken over een voorstel dat niet de verkiezing van personen betreft, is het verworpen.

Commissies

Artikel 19

Naast de in artikel 13 lid 3 genoemde Kascommissie kan het bestuur één of meer andere commissies in het leven roepen. Taken en bevoegdheden van commissies worden geregeld bij Huishoudelijk Reglement.
Deze juridische formulering moet worden gelezen als `als er al iets geregeld moet worden, dan moet dat geregeld worden in het HR'.

Wijziging van de Statuten en Ontbinding van de Vereniging

Artikel 20

  1. In de Statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een Algemene Vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar één of meer wijzigingen van de Statuten zullen worden voorgesteld.
  2. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en de dag van vergadering niet meegerekend.
  3. Besluiten tot wijziging van deze Statuten of tot ontbinding van de vereniging kunnen slechts worden genomen met ten minste twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen in een Algemene Vergadering.
  4. Zij die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste zeven dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Hiervan wordt melding gemaakt op de agenda.
  5. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt; tot het doen verlijden en tekenen van de akte van statutenwijziging is ieder bestuurslid bevoegd.

Artikel 21

  1. Bij ontbinding van de vereniging is het bestuur belast met de vereffening. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  2. Een eventueel batig saldo zal zoveel mogelijk worden aangewend overeenkomstig het doel van de vereniging.

Huishoudelijk Reglement

Artikel 22

  1. De Algemene Vergadering kan een Huishoudelijk Reglement vaststellen.
  2. Het Huishoudelijk Reglement mag niet in strijd zijn met de wet en de Statuten.
  3. Besluiten tot het vaststellen of wijzigen van het Huishoudelijk Reglement kunnen slechts genomen worden in een Algemene Vergadering met een meerderheid van ten minste twee/derde der geldige uitgebrachte stemmen.

Slotbepaling

Artikel 23

In alle gevallen waarin de Statuten, het Huishoudelijk Reglement, de daarop steunende reglementen en de wettige besluiten van de Algemene Vergadering niet voorzien, of wanneer over de uitleg van deze teksten verschil van mening mocht bestaan, beslist het bestuur, met dien verstande dat dienaangaande rekening en verantwoording moet worden afgelegd aan de Algemene Vergadering.
De laatste bijzin is noodzakelijk, want het mag niet zo zijn dat een bestuur de ultieme beslissing kan nemen zonder mogelijke tussenkomst van de AV.

Huishoudelijk Reglement

Algemeen

Artikel 1

Behoudens wettelijke bepalingen en het bepaalde in de Statuten worden de interne aangelegenheden van de vereniging geregeld door dit Huishoudelijk Reglement, door de verder daarop steunende reglementen en door de wettige besluiten van de Algemene Vergadering.

Leden

Artikel 2

  1. Leden van de vereniging kunnen zijn zij die aan de Universiteit Utrecht zijn ingeschreven en een opleiding aan de departementen Wiskunde, Informatica of Natuur- en Sterrenkunde volgen of de masteropleiding Geofysica volgen (later te noemen: 'de opleidingen') van de Universiteit Utrecht studeren en als lid zijn toegelaten overeenkomstig artikel 5 van de Statuten van de Vereniging.
    Dit lijkt nogal dubbel, gezien het gestelde in artikel 4.1 uit de Statuten. De reden om de departementen hier wel te noemen is om toch een nadere specificatie te geven. Bovendien is een HR veel eenvoudiger te wijzigen dan een Statuut.
  2. Besluiten tot het benoemen van ereleden of leden van verdienste kunnen slechts genomen worden in een Algemene Vergadering met een meerderheid van ten minste tweederde der geldig uitgebrachte stemmen.

Einde Lidmaatschap

Artikel 3

Het lidmaatschap van een lid van de vereniging eindigt, behalve door het in artikel 7 lid 1 van de Statuten genoemde, ook wanneer een lid niet langer een in artikel 2 lid 1 genoemde opleiding volgt als student, extraneus of auditor, tenzij het bestuur anders beslist. In dit geval voldoet het lid niet langer aan de vereisten van het lidmaatschap, en hoeft hem geen schriftelijke kennisgeving van de beëindiging gezonden te worden.
Extraneus: iemand die verminderd of geen collegegeld betaalt en daardoor alleen het recht heeft tentamens/examens te maken. Auditor: iemand die verminderd collegegeld betaalt en geen examens/ tentamens mag maken, maar wel het recht heeft gebruik te maken van de andere onderwijsvoorzieningen.
Deze toevoeging is ter voorkoming van het moeten verzenden van heel veel brieven.
Dit geldt niet voor ereleden en leden van verdienste.

Bestuur

Artikel 4

Het bestuur verdeelt onderling de statutair vastgelegde taken en wijst binnen het bestuur plaatsvervangers aan.

Artikel 5

Voor alle beheers- en beschikkingsopdrachten, die een bedrag van € 150,-- te boven gaan, is de toestemming van het bestuur vereist.

Kandidaatsbesturen

Artikel 6

De procedure voor het vormen en bekendmaken van een door het bestuur voorgedragen kandidaatsbestuur en de aanmelding van een eventueel tegenbestuur is als volgt:
  1. Op de Halfjaarlijkse Algemene Vergadering legt het bestuur deze procedure uit aan de leden van de Algemene Vergadering, inclusief alle voor dat jaar relevante deadlines.
  2. In maart of april ligt de deadline voor het aanmelden voor het door het bestuur voorgedragen kandidaatsbestuur.
  3. In maart en april worden de aanmeldingen door het bestuur behandeld. Het bestuur behandelt de aanmeldingen vertrouwelijk en kiest een kandidaatsbestuur om voor te dragen.
  4. In april verschijnt op de voorpagina van de website van A–Eskwadraat een bericht met daarin een lijst met namen van alle personen in dit kandidaatsbestuur.
  5. Minstens een week later ligt een door het bestuur te bepalen deadline voor het aanmelden van een tegenbestuur, wil dit tegenbestuur een functievoorlichting krijgen. Mits het tegenbestuur zich voor deze deadline aanmeldt, is het huidige bestuur verplicht het tegenbestuur binnen een week een functievoorlichting te geven.
  6. Minstens een week na de in punt 5 genoemde deadline, maken het door het bestuur voorgedragen kandidaatsbestuur en alle tegenbesturen hun functieverdeling bekend. Dit gebeurt minstens een week voorafgaand aan de Algemene Vergadering waar zij goedgekeurd worden. Deze bekendmaking geschiedt door al deze kandidaatsbesturen op de voorpagina van de website te plaatsen inclusief hun functieverdeling.
  7. De Algemene Vergadering keurt één van deze kandidaatsbesturen goed voor inwerking door het bestuur.

Algemene Vergadering

Artikel 7

Een oproeping tot de Algemene Vergadering gepubliceerd in het Utrechts Universiteitsblad wordt beschouwd als een oproep in een medium zoals bedoeld in artikel 14 lid 2 van de Statuten.

Artikel 8

De agenda en de financiëele verslaglegging, zoals bedoeld in artikel 13, lid 2 van de statuten, dienen drie werkdagen voor de jaarvergadering, exclusief de dag van de jaarvergadering zelf, ter inzage te liggen voor alle leden van de vereniging.

Artikel 9

  1. Tijdens een Algemene Vergadering zijn die leden stemgerechtigd, die ofwel fysiek aanwezig zijn en bij binnenkomst de presentielijst hebben getekend, ofwel zich door middel van een schriftelijke machtiging laten vertegenwoordigen door een ander stemgerechtigd lid dat fysiek aanwezig is.
  2. Het aantal geldige machtigingen als bedoeld in artikel 9 lid 1 bedraagt per stemgerechtigd lid dat fysiek aanwezig is niet meer dan drie.
    En drie is veel, in Statuten-land...
  3. Bestuursleden kunnen niet gemachtigd worden.
    Dit is om te voorkomen dat een bestuur met alleen maar machtigingen in de hand `op eigen houtje' een AV kan organiseren.
  4. De Algemene Vergadering is alleen dan gerechtigd besluiten te nemen wanneer ter vergadering ten minste:
    1. twintig stemgerechtigde leden zijn; of (indien dit neerkomt op minder personen)
    2. vijfentwintig procent (25%) van alle leden is.
    Hierbij zijn de leden van het bestuur inbegrepen.
  5. Geldige stemmen zijn:
    1. bij stemmingen waarbij personen gekozen moeten worden: stemmen die zijn uitgebracht op één der kandidaten of groep van kandidaten;
    2. bij alle overige stemmingen: stemmen voor of tegen een in stemming gebracht voorstel.
    Een stemming over een voordracht is in principe een stemming over personen. Er is geen regel die verbiedt dat er over een hele groep van personen in één keer wordt gestemd; dergelijke zaken moeten van geval tot geval worden bekeken `naar inzicht en omstandigheden'.

Artikel 10

  1. Bij een schriftelijke stemming over personen stelt de Algemene Vergadering, bij mondelinge beslissing, voor de duur van die vergadering een Kiescommissie in, bestaand uit ten minste twee personen.
    De beslissing over de instelling en samenstelling van de KC moet wel mondeling - de AV zou anders immers op grond van artikel 18.2 uit de Statuten kunnen eisen dat deze beslissing schriftelijk genomen moet worden, in welk geval daarvoor eerst een KiesCommissie moet worden ingesteld... et cetera ad infinitum.
  2. Bij een stemming over personen mogen de kandidaten geen deel uit maken van de Kiescommissie.

Commissies

Artikel 11

  1. Iedere commissie anders dan de Kascommissie en de Kiescommissie is aan het bestuur rekening en verantwoording schuldig. Zij staat onder de voortdurende controle van het bestuur, dat zich doorlopend van de gang van zaken op de hoogte kan laten houden.
    Het werkt dus twee kanten op: de commissie moet het bestuur op de hoogte brengen, maar het bestuur moet zelf ook de zaken in de gaten houden.
  2. In iedere commissie als bedoeld in lid 1 neemt ten minste één lid van het bestuur zitting of treedt één lid van het bestuur op als contactpersoon.
  3. Het is te doen gebruikelijk dat het nieuwe bestuur een voorstel doet aan de AV, betreffende de bezetting van de Kascommissie. Het is niet wenselijk dat de Kascommissie volledig bestaat uit leden van het vorige bestuur.

Artikel 12

Goedkeuring door het bestuur van een door een commissie ingediende begroting strekt tot toestemming voor alle in deze begroting voorziene beheers- en beschikkingsopdrachten, zoals bedoeld in artikel 5 van het Huishoudelijk Reglement.
Dit artikel zorgt er voor dat `grote' commissies niet voor elk wissewasje naar het bestuur moeten. Overigens blijft artikel 11.1 uit het HR onverminderd van kracht; dit artikel kan dus nooit tot financiële anarchie leiden bij een commissie van wie de begroting is goedgekeurd.

Artikel 13

  1. Een commissie zoals in artikel 11 lid 1 genoemd, is verplicht al haar geldelijke handelingen te registreren. Na afloop van een verenigingsactiviteit dient de organiserende commissie zo spoedig mogelijk financieel verslag te doen aan het bestuur.
    Een financieel verslag is een officiële afrekening. Deze bepaling is dus zeker niet in tegenspraak met artikel 11.1 uit het HR, en staat los van het feit dat de commissie ook tussentijds verslag moet kunnen doen.
  2. Een commissie als bedoeld in het voorgaande lid moet na afloop van haar activiteiten notulen en stukken aangaande die activiteit aan het bestuur overdragen.
    Er is geen wettelijke verplichting om stukken anders dan financiële te bewaren, maar op deze manier leg je de verantwoordelijkheid voor het al of niet bewaren van bijvoorbeeld notulen bij het bestuur.

Artikel 14

Het bestuur kan aan leden volmacht verlenen binnen in de volmacht te stellen grenzen.

Artikel 15

Uitgaven gedaan ten behoeve van de vereniging kunnen bij het bestuur worden gedeclareerd, waarbij de honorering ter beoordeling aan het bestuur is.

Artikel 16

Er is een commissie onder directe leiding en verantwoordelijkheid van het bestuur die studieboeken aan studenten verkoopt. Verkoop van boeken aan niet-leden is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
  1. de koper is ingeschreven aan de Universiteit Utrecht en is in staat zijn of haar studentenkaart te overleggen.
  2. de koper volgt één of meerdere vakken die onderdeel uitmaken van een in artikel 2 lid 1 genoemde opleiding.
Het bestuur kan een maximumbedrag vaststellen, welke geldt als een richtlijn waarvoor een niet-lid boeken kan kopen.

Artikel 17

  1. Er is ieder jaar een commissie die de introductie van eerstejaars studenten in artikel 2 lid 1 genoemde opleidingen en de vereniging verzorgt.
  2. Deze commissie onderhoudt contacten inzake de introductie met de staf van genoemde opleidingen.

Artikel 18

Er is een commissie die de redactie van het verenigingsblad `De Vakidioot' vormt.

Disputen

Artikel 19

Onder disputen van de vereniging worden groepen leden en/of oud-leden van de vereniging verstaan die van het bestuur toestemming hebben gekregen zich `Dispuut van A-Eskwadraat' te noemen. De activiteiten en financiën van disputen vallen buiten de verantwoordelijkheid van de vereniging.
Het begrip `oud-lid' is algemeen erkend en hoeft dus niet apart gedefinieerd te worden.

Artikel 20

Om de toestemming genoemd in artikel 19 te verkrijgen, dienen de activiteiten van de groep leden en/of oud-leden in de geest van de vereniging te zijn.

Artikel 21

Het dispuut dient het bestuur op de hoogte te houden van de samenstelling en activiteiten van het dispuut. Het dispuut verplicht zich ieder studiejaar ten minste één nieuw lid aan het dispuut toe te voegen.

Artikel 22

Het bestuur is te allen tijde gerechtigd om een dispuut zijn erkenning als dispuut van A–Eskwadraat te ontnemen als:
  1. het dispuut niet voldoet aan de eisen genoemd in artikel 20 lid 1; of
  2. het dispuut niet voldoet aan de eisen genoemd in artikel 21; of
  3. het dispuut voor minder dan de helft bestaat uit leden of oud-leden van A–Eskwadraat;
    [let op: niet-leden van A–Eskwadraat kunnen dus wel lid worden van een dispuut, hoewel ze niet bij de oprichting mogen worden betrokken!]
    of
  4. het dispuut in strijd met de Statuten, Reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
Dit alles ter beoordeling aan het bestuur.

Groepen

Artikel 23

Onder groepen worden organisaties van leden van de vereniging verstaan, die buiten de directe verantwoordelijkheid van de vereniging om activiteiten ontplooien, die de doelstelling van de vereniging ondersteunen; indien het bestuur dit wenselijk acht, houdt het contact met deze groepen en ondersteunt het hen.

Artikel 24

Indien het bestuur dit wenselijk acht, zal er overleg plaatsvinden tussen commissies en groepen en het bestuur. Het bestuur regelt dit overleg en bereidt dit voor. Bij dit overleg dient het bestuur steeds vertegenwoordigd te zijn door ten minste één lid.

Wijzigingen

Artikel 25

  1. Het Huishoudelijk Reglement kan alleen op een Algemene Vergadering gewijzigd worden, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van het Huishoudelijk Reglement zal worden voorgesteld.
  2. Het woordelijke voorstel tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement moet op een daartoe geschikte plaats ten minste zeven dagen vóór de Algemene Vergadering ter inzage liggen. Hiervan wordt melding gemaakt bij de oproep.